Vorig jaar ontmoetten wij Alex, een Roemeen, die bij Vion in Boxtel achter elkaar de nekken van varkens door moest snijden met een groot mes. Duizenden keren op een dag. Hij raakte bij dit werk gewond en kreeg de volgende dag te horen dat hij niet meer terug hoefde te komen. Vion verschuilde zich achter het uitzendbureau, het uitzendbureau "Mahevia" zit ver weg in Luxemburg en gaf geen thuis. Alex werd niet alleen ontslagen, hij kreeg ook nog eens niet uitbetaald en raakte zijn "huis" kwijt, een vervallen schuur die hij deelde met vele anderen.

De situatie bij Vion nu is schokkend vergelijkbaar met hoe Oost-Europese migranten in de eerste industriële slachtfabrieken in Chicago, meer dan honderd jaar geleden, behandeld werden. De zogenaamde Chicago Union Stockyards waren het begin van de bio-industrie (the animal-industrial complex). Enkele grote bedrijven - de eerste multinationals - hadden de kleintjes opgekocht, kregen de hele keten in handen en konden prijzen bepalen.

In "the Jungle" (1906) beschrijft Upton Sinclair hoe arbeiders worden uitgeknepen door de bazen. De eerste lopende banden waren te vinden in de Union Stockyards, waarbij karkassen rondgingen en mensen de hele dag dezelfde handeling uitvoeren, staande in bloed en in constante stank. Gevaarlijk werk, waar arbeiders vaak gewond raakten en daarmee ook direct hun baan kwijtraakten. Ook beschrijft hij hoe rondom de slachthuizen zelf een uitbuitingseconomie ontstond, waarbij verhuurders op allerlei manieren mensen oplichtten en uitbuitten, bijvoorbeeld door bedden dubbel te verhuren.

Het boek van Sinclair leidde tot publieke verontwaardiging, maar dit was tot zijn ontzetting vooral gericht op voedselveiligheid. De ophef leidde ertoe dat de industrie werd gereguleerd: de staat kreeg meer controle over het hele slachtproces. Uiteindelijk droeg dit zelfs bij aan meer consumentenvertrouwen in vlees en kwamen de bedrijven er beter uit (de bedrijven waren ook nog eens zo slim dat de overheid - de belastingbetaler dus - betaalde voor deze controle).

Wat kunnen we hiervan leren?

Een bedrijf als Vion, een multinational waar het bloed letterlijk vanaf druipt, kan en moet niet gereguleerd worden.

Vion buit arbeiders, milieu en dieren uit, en dit hangt met elkaar samen. Want: zonder goedkope arbeid geen kiloknallers. Het goedkoopste eiwit om aan dieren te geven is soja en daar wordt de Amazone voor kaalgekapt. Dieren worden zo krap mogelijk gehuisvest omdat dat het minste kost. Het vlees wordt de hele wereld over gevlogen terwijl de mest zich ophoopt in Noord Brabant. En dit alles leidt uiteindelijk tot winsten en bonussen voor de directie en 17,5 miljoen aan dividend aan de aandeelhouder: de ZLTO.

Wij willen dat het slachthuis sluit; want het doden van dieren is nergens goed voor. In de fabrieken kunnen ook andere producten worden gemaakt. Zo is het voormalige koeienslachthuis in Leeuwarden door Vion omgebouwd tot een vegaburger fabriek. Alle andere fabrieken kunnen ook worden omgevormd. Een dier- en milieuvriendelijk product, waarbij de opbrengst wordt gedeeld met alle werkers en waarbij alle belanghebbenden een stem hebben. De enige die hun baan kwijt raakt, als je het al een baan mag noemen, is de directie.

Foto: Curteich-Chicago “C.T. Art-Colortone.” Aero Distributing Co., Chicago.

The Jungle is gratis te downloaden als ebook, o.a. hier.

Volg ook: https://slaughterfreechicago.com/